Relatie met je zorgverleners na het verlies van je baby
Tijdens de zwangerschap, bij de bevalling, op de NICU, op de kinderafdeling — overal was zorg. Misschien was je kindje ziek. Misschien wist je al dat het zou overlijden. Misschien kwam het onverwacht. Al die tijd was jij ouder. En al die tijd waren er zorgverleners om je heen.
Je hebt hen vertrouwd. Je hebt je kindje aan hen toevertrouwd. Je hebt samen beslissingen genomen, hoop gedeeld, afscheid voorbereid. En nu is je baby er niet meer.
Dat roept veel gevoelens op. Soms voel je boosheid, verdriet, verslagenheid. Soms word je geraakt door een klein gebaar — een blik, een aanraking, een woord. Soms juist gekwetst door wat er werd gezegd. Of door het zwijgen, dat alles leek te overschaduwen. Soms herinneren zorgverleners je aan het moment dat alles veranderde. En dat blijft bij je.
Niet alles gaat mis. Er zijn zorgverleners die je zien, die je kindje erkennen, die blijven als het moeilijk wordt. Die weten dat je ouder bent, ook als je baby is overleden. Die durven stil te zijn, of juist iets te zeggen wat raakt.
Maar soms doet het contact pijn:
Medische taal zonder emotie — alsof je baby een casus was
Geen erkenning van je kindje — geen naam, geen aandacht
Weinig ruimte voor emoties — geen tijd, geen rust, geen troost
Geen nazorg — geen gesprek, geen contact, geen afsluiting
Dat kan verschillende oorzaken hebben. Misschien geef je (onbewust) de zorgverleners de schuld van het overlijden. Misschien had je andere verwachtingen van de zorg dan er werd geboden. Misschien doet hun aanwezigheid pijn, omdat ze je herinneren aan het moment dat je je kindje verloor.
Zorgverleners zijn er niet op uit om je te kwetsen. Integendeel. Maar ze zijn vooral medisch opgeleid. In hun opleiding ligt de nadruk op handelen, stabiliseren, behandelen. Niet op rouw, verlies en emotionele nabijheid.
“Zorgverleners willen het goed doen, maar missen soms de taal, de ruimte of de scholing om ouders écht te begeleiden.” (Babyverlies Academie, z.d.)
Daar komt bij dat iedere ouder anders is. De een wil rust, de ander juist nabijheid. De een wil praten, de ander zwijgen. Het is voor zorgverleners niet altijd duidelijk wat jij nodig hebt. Soms reageren ze zoals zij het zelf zouden willen ervaren. Soms vanuit onwetendheid, ongemak, of het ontbreken van taal voor jouw verdriet. En soms wordt er gezwegen — uit respect, uit onzekerheid, of uit angst om iets verkeerds te zeggen.
Wat jij als ouder kunt doen
Na het verlies van je baby is het contact met zorgverleners vaak beladen. Misschien wil je niets meer met hen te maken hebben. Misschien juist wel. Misschien weet je het niet. Alles is begrijpelijk. Er is geen juiste manier — alleen jouw manier.
Toch kan het helpen om stil te staan bij wat jij nodig hebt. Niet om het contact te herstellen, maar om jezelf ruimte te geven. Je mag aangeven wat je wel of niet wilt. Je mag zeggen hoe je je kindje wilt noemen. Je mag vragen om een gesprek, ook als het al weken of maanden geleden is. Je mag terugkomen op iets wat niet goed voelde. Je mag vertellen wat het verlies met jou deed — en wat het contact met hen heeft betekend.
Soms helpt het om op te schrijven wat je hebt meegemaakt. Niet alleen om je gedachten te ordenen, maar ook om woorden te vinden voor wat je zou willen delen. Misschien wil je een brief sturen. Misschien wil je een gesprek aanvragen. Misschien wil je alleen dat ze weten dat je kindje bestond. Je hoeft niet alles te zeggen. Maar wat je wél zegt, mag er zijn.
“Rouw is niet alleen verdriet. Het is ook zoeken naar erkenning, naar woorden, naar een plek voor je kindje in het verhaal van je leven.” (Krokodilletje, z.d.)
Zorgverleners kunnen niet (altijd) raden wat jij nodig hebt. Maar als jij het deelt — op jouw moment, op jouw manier — ontstaat er ruimte. Voor contact. Voor erkenning. Voor zorg die past bij jou.
De kraamweek na verlies van je baby
Als je kindje is overleden, kan de kraamperiode voelen als een leegte. Toch zijn er vaak nog zorgverleners aanwezig: een kraamverzorgende, een verloskundige. Hun rol verandert, maar hun aanwezigheid blijft. En dat kan troostend zijn — of juist pijnlijk.
Sommige kraamverzorgenden blijven, ook als je baby er niet meer is. Ze helpen je lichamelijk herstellen. Ze luisteren. Ze noemen je kindje bij naam. Ze zijn er. Ze helpen je herinneringen vast te leggen, ondersteunen bij afscheid, en bieden rust in een week die allesbehalve gewoon is.
“Je vergeet bijna dat je als moeder ook nog kraamvrouw bent. Met een lichaam dat geen rekening houdt met het feit dat je kindje niet meer leeft.” (Nuijen, 2022)
Maar soms is het contact moeilijk. Misschien weet de kraamverzorgende niet goed wat ze moet zeggen. Misschien voel jij je bezwaard om haar te ontvangen. Misschien wil je rust. Of juist nabijheid. Alles is begrijpelijk.
Je mag aangeven wat je nodig hebt. Je mag zeggen hoe je je kindje wilt noemen. Je mag vragen om een gesprek. Je mag ook aangeven dat je liever even geen zorg wilt — of dat je het contact op een andere manier wilt vormgeven. Alles mag, niets moet.
Kraamzorg na verlies is geen roze wolk. Het is zorg in een week waarin liefde, verdriet en afscheid door elkaar lopen. En als die zorg afgestemd is op wat jij nodig hebt, kan ze een waardevolle steun zijn in een tijd die niemand zou moeten meemaken.
Wil je meer lezen over de kraamweek na verlies? Bekijk dan de subpagina: De kraamweek na het overlijden van je baby.
Het afscheid van een zorgverlener
Als je langere tijd in het ziekenhuis bent geweest, kan er een band ontstaan met zorgverleners die verder gaat dan professionele afstand. Artsen en verpleegkundigen hebben alles op alles gezet om je kindje te redden. Ze waren erbij in de meest kwetsbare momenten. Ze zagen jou als ouder. Ze zagen je kindje.
Het afscheid van die zorgverleners kan moeilijk zijn. Je kunt het gevoel hebben dat je hen achterlaat — of dat zij jou achterlaten. Want jullie waren samen in een strijd. En nu is het stil. Dat kan voelen als een tweede verlies.
Zoals Stille Levens (z.d.) beschrijft, kan het contact met zorgverleners verwarrend zijn. Je kunt loyaal zijn aan hen, maar ook geraakt worden door hoe het contact eindigt. Je mag een kaart sturen. Je mag een gesprek aanvragen. Je mag niets doen. Wat jij nodig hebt, mag leidend zijn.
Meer lezen over relaties na verlies van je baby?
Wil je verder lezen over hoe rouw invloed heeft op andere relaties in je leven? Op deze website vind je informatie over:
Nuijen, L. (2022). Je bent je kindje verloren… Hoe nu verder? Een boek met tips en inzichten die jou (en je naasten) verder helpen. Nederland, Mijn Bestseller
We hebben er alles aan gedaan om de juiste bronnen te achterhalen. Mocht je menen rechten te hebben op stukken die wij heb gepubliceerd, neem dan contact met ons op, dan regelen we het alsnog.
Ze kijkt me aan. Haar ogen zijn dof, haar schouders hangen. Ze zegt: Tot op heden heb ik mijn manager niet gezien of gesproken. Ik heb wel bloemen gehad en krijg af en toe een kaart… maar dat is het….
Dit kinderboek gaat over Juul. Juul zit in een rolstoel en heeft een spierziekte.Dat zij in een ” stoel met wielen” zit is nieuw voor de kinderen in de klas. Het boek verteld de eerste dag op school.Humor, nieuwsgierigheid en…