Mensen vragen mij vaak: wat kun je zeggen tegen ouders die hun baby zijn verloren?” Niet alleen bekenden stellen deze vraag, maar ook collega’s, vrienden en zelfs ouders die zelf rouwervaring hebben. Iedereen wil weten hoe je steun kunt bieden als zo’n onbeschrijfelijk verlies je overkomt.
Dit blog gaat over die wereld van stilte. Die wereld van ongemak die je ervaart na het verlies van je (klein)kind.

Die eerste dagen: een wereld van stilte
Ik herinner me die eerste dagen na het verlies van mijn kindjes alsof het gisteren was. Overal om me heen hing stilte. Mensen keken mij aan met lege blikken, onzeker wat te zeggen. Anderen probeerden me op te vrolijken of gaven goedbedoelde adviezen. Hun woorden kwamen niet binnen, want ik zat in een andere wereld, terwijl de wereld om mij heen gewoon doorging.
Afleiding wilde ik niet
Steeds weer hoorde ik: “Zullen we eens lekker uit eten gaan?” of “Misschien helpt een film in de bioscoop?” Maar ik wilde geen afleiding. Ik wilde geen opbeurende woorden. Ik verlangde naar iemand die naast me kwam zitten en zei: “Vertel maar. Ik luister.” Iemand die het accepteerde dat ik niet lachte. Iemand die mijn tranen geen probleem vond.
Woorden die juist pijn doen
Soms werden zinnen uitgesproken die bedoeld waren om mij te troosten, maar die vooral bij mij de pijn nog sterker lieten voelen.
- “Je weet dat je zwanger kunt worden.”
- “Je bent sterk, jij kunt dit aan.”
- “Misschien ben je ergens gespaard voor gebleven.”
- “Kijk naar wat je nog wél hebt.”
- “Anders had ze gehandicapt geweest en dat had je jezelf toch ook niet gegund.“
Hoewel ik weet dat het goedbedoeld was. En dat men dit deed met de beste intentie, klonken deze woorden als een afwijzing van mijn verdriet. Alsof ik mijn emoties niet mocht voelen, en alsof ik te lang bleef hangen in mijn rouw.
Erkenning zonder oplossen
Ik had behoefte aan erkenning voor mijn verdriet. Niet aan oplossingen of afleiding, maar aan een plek waar mijn verdriet mocht zijn. Iemand die niet probeerde te ‘fixen’, maar gewoon bleef zitten, ook als ik zwijgzaam was.
De situatie op het werk
Ook op kantoor voelde ik me een buitenstaander. Mijn leidinggevende informeerde wanneer ik terugkwam, collega’s zwegen eerder uit angst iets verkeerd te zeggen of praatten over van alles behalve mijn verlies: de koffie, het weer, de kleur van de keukenkastjes. Dat maakte mijn eenzaamheid alleen maar groter.
Hoe kun je wél steun bieden?
Wil je wel helpen maar weet je niet hoe? Voel je je machteloos. Bang om het verkeerde te zeggen. Bang om het nog erger te maken.
Weet dan: je hoeft het niet op te lossen. Je hoeft het niet beter te maken. Je hoeft (er) alleen maar te zijn. Te luisteren. Te vragen: “Wil je erover praten?” Of: “Wat heb je nu nodig?” En als het antwoord is: “Ik weet het niet”, dan is dat ook goed. Wees aanwezig. En wees samen in stilte.
Hier vind je tips waarmee je echt goed kan helpen
- Ga de (groot)ouders niet uit de weg ook al voel je je ongemakkelijk.
- Bied een luisterend oor zonder advies of oordeel.
- Erken het verdriet: “Wat vreselijk dat jullie dit meemaken.”
- Wees niet bang voor tranen of stilte; stilte kan heel veel zeggen.
- Vraag: “Wat heb je nu nodig?” en wacht rustig op een antwoord.
- Blijf uitnodigen, maar respecteer een “nee” zonder teleurstelling.
- Help praktisch: doe boodschappen, kook een maaltijd, maak een wandeling.
- Noem de naam van het kind regelmatig, ook na maanden of jaren.
Eerlijkheid als kracht
Als je niet weet wat je moet zeggen, wees daar dan open over:
“Ik weet niet wat ik moet zeggen, maar ik ben er voor je.”
Juist die eerlijkheid is vaak troostrijker dan een goedbedoelde zin.
Samen het verdriet dragen
Het is niet eenvoudig en soms pijnlijk ongemakkelijk. Jouw aanwezigheid neemt de pijn niet weg, maar je deelt het gewicht ervan. Dat is de mooiste vorm van steun.